Panelgesprek Keuzevak Politieke Wetenschappen

En zo tekende zich meteen ook een thema af: hoe is het gesteld met de drie ‘klassieke’ politieke families van christendemocraten, socialisten en liberalen? Of, als ze het zelf moeten omschrijven met een dessert: de appeltaarten (vertrouwd, niet luxueus, maar lekker), de coupe fraise (lekker, gezond en rood) en de tiramisu (Italiaans, veel laagjes en samengehouden door de voorzitter). Als ‘crisisvoorzitters’ liepen ze ook een gelijkend parcours, getekend door eerst corona en nu de oorlog in Oekraïne en de snel stijgende prijzen. Er was en is ook intern wat werk aan de winkel: Rousseau heeft ‘een nest geërfd’, in Lachaerts Open Vld ‘sprak de ene kant niet meer met de andere’ en Coens stapt nu zelfs op na een dramatische peiling. Het leverde hem toch de titel op van de warmste politicus, dixit Rousseau, en ze gaan hem missen.

Een tijdje geleden lekte uit dat er al gesprekken gevoerd zijn over het samengaan van de drie partijen en uit dit debat bleek dat ze het over veel zaken roerend eens zijn. Voor een samengaan is het water volgens Lachaert nog wel te diep en alle drie gaven ze ook aan dat ze hun eigen insteek hebben, maar er is wel de bereidheid om te praten.

Rousseau hoopte zelfs dat zijn aanwezige concullega’s het om die reden goed zouden doen, al heeft hij er geen goed oog in voor de volgende verkiezingen in 2024: In Vlaanderen doen Vlaams Belang en PVDA het goed en aan de overkant van de taalgrens valt er met de partijen die daar goed scoren ‘geen kloten te doen’. Brussel is bovendien zo goed als failliet. Het probleem is volgens hen drieën dan ook dat er extreme partijen aan zet zullen zijn die extreme maar eenvoudig lijkende recepten voorschotelen, die echter onverteerbaar zijn voor de anderen omdat er geen eerbaar compromis mogelijk is. Zo wordt de regeringsvorming gerekt tot aan de gemeenteraadsverkiezing, Rousseau had nog een opdracht voor het aanwezige publiek: zoek in de laatste 150 jaar een land waar een extremistische partij het voor het zeggen had en waar de welvaart en de rechtstaat erop vooruit is gegaan. Een vat voor wie hem een voorbeeld kan geven. Het is dus een gevaarlijk spel met de toekomst om het toch nog eens te proberen ...

In plaats van ‘traditionele’ partijen hebben ze het dan ook liever over ‘beleidspartijen’ en wat hen betreft hadden ook Groen en N-VA mogen aanschuiven, al is Lachaert over die laatste niet helemaal zeker. N-VA regeert al 20 jaar mee, maar blijft in communicatie en bijvoorbeeld uitspraken over de rechterlijke macht een anti-systeempartij, wat kwalijke gevolgen heeft voor de geloofwaardigheid van de politiek tout court.

Maar hoe krik je die geloofwaardigheid in de politiek op? Een pasklaar antwoord is er niet, maar er is overeenstemming dat het systeem performanter moet. En dat er een regeerakkoord is geschreven dat nu moet worden uitgevoerd. Show, don’t tell, aldus Rousseau, die zoals verwacht steeds de spitantste is van de drie. Politici hebben voor Coens misschien ook verkeerde verwachtingen geschapen: ze kunnen niet alles oplossen, je moet ook zelf het heft in handen durven nemen.

Maar wat met jongeren die, ondanks die tanende populariteit van de politiek, zich er toch willen voor engageren? Alle drie geven ze aan dat heel wat jongeren zich bij hun partij aansluiten dezer dagen. Open Vld heeft zelfs een Young Talents Academy, waar ze liberale jongeren omringen bij hun eerste politieke stappen. Coens en Rousseau zijn het eens: je moet een enorme passie hebben, weten dat het geen nine-to-fivejob is en, vooral, je moet kunnen terugvallen op een goed netwerk en een olifantenvel hebben. Benieuwd wie ze onder het talrijke publiek warm hebben kunnen maken ...