Een dode alpaca en een bestelwagen in de Ourthe? Sorry, maar dat gaat niet door, jongens.

Dat ze op die stoel zouden belanden, wisten ze zoveel jaar geleden nog niet. Via een studie public relations kwam Kim als producer terecht in de filmindustrie. ‘Ik deed een extra jaar voortgezette audiovisuele communicatie in Mechelen, dat was één mix van productie, regie, montage, beeld ... Ik ben eerst met research begonnen, productieassistente geworden en als je daar zit, wil je ook wel producer worden. Het is veel regelen, bellen en rekenen, maar dat cijfergedeelte wordt goed gecompenseerd door de set en de sfeer daarrond. Ik laat me in de keuze van mijn projecten doorgaans ook leiden door de inhoud.’
Wannes leek dan weer voorbestemd toen hij naar het KASK trok, de filmschool, al geeft hij toe dat hij ook niet wist waar hij aan begon. ‘Ik was vooral door film gepassioneerd door de lessen esthetica en door de filmweekends van school. Ik wist nog niet dat verhalen vertellen daarbij het belangrijkste is. Dat ik zelf dingen wou maken, heb ik maar ontdekt tijdens mijn opleiding.’
Hij voelt zich dan ook niet te beroerd om ook het belang van anderen in het licht te stellen. ‘Er is altijd een wisselwerking tussen productie, regie en ook andere departementen. De productie bekijkt wat mogelijk is binnen het budget en de cameraman zet in op beeld en kadrering. Ik laat het verhaal tot leven komen.’

Wannes en Kim op de set (©️ Ruben Neirynck)

Oké dan, we legden hen wat beelden voor fotografe Eva Vlonk ‘behind the scenes’ nam. Wek die maar eens tot leven ...

(©️ Eva Vlonk)

Wannes: Het verhaal van Albatros begon al in 2015, toen ik met Dominique Van Malder op café zat. Ik ben al lang een fan van Little Britain en daarin heb je een terugkerende sketch, de Fat Fighters, over een groep zwaarlijvige mensen die samenkomen om te vermageren. Dominique vond het een goed idee om zo’n groep uit zijn comfortzone te halen en zo ontstond het idee van een afslankingskamp. Eerst in de Alpen, maar toen we het idee gingen ‘pitchen’ bij het productiehuis zeiden die: de Ardennen is ook wel goed, zeker? En dat was niet het enige waarin we het budget teruggeschroefd hebben.
Kim: Ik heb eigenlijk wat getwijfeld om het project te doen omdat ik mijn bedenkingen had bij het vooropgestelde budget. Dit is een heel complex verhaal, met veel hoofdpersonages die de hele tijd samen op de set staan. Het trok me inhoudelijk ferm aan, maar toen heb ik wel gezegd: hier gaan we nog aan moeten werken. Normaal gezien ga je door het scenario, hak je dat in stukjes en bepaal je voor elk onderdeel hoeveel het zal kosten.
Wannes: En het budget dat we hadden was inderdaad ontoereikend. Die oefening was ook nog niet gemaakt toen Kim erbij kwam, we waren nog aan het schrijven, en zo hebben we nog heel veel herwerkt. We kwamen in eerste instantie aan veertien draaidagen per aflevering, wat heel veel is. Door alles te herschrijven, met Kim erbij, hebben we het uiteindelijk naar acht dagen teruggebracht. We hebben de lat ook heel hoog willen leggen, we hadden het niveau van een zondagavondreeks in gedachten, maar bij Canvas zijn de budgetten iets lager. Dan moet je je aanpassen. Op de foto zie je daar een voorbeeld van. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat de vlottentocht door alle deelnemers zou gedaan worden, maar uiteindelijk hebben we het teruggebracht tot één groep van vier. (Tot Kim) Weet jij dan eigenlijk wat dat gekost heeft?
Kim: Niet meer exact, ik zou het moeten opzoeken. Het lastige is soms dat je weet: die draaidag was heel duur, maar in de eindmontage blijkt daar dan weinig van overgebleven. Gelukkig is er van die vlottentocht weinig geschrapt in de montage. Die montage was trouwens ook in handen van een oud-leerling van het college, Tom Denoyette.

Kim, heb je dan niet vaak het gevoel dat je alleen staat? We kunnen ons voorstellen dat de regisseur en de acteurs vaak denken ‘hoe zotter, hoe liever’, maar jij bent dan degene die ‘neen’ moet zeggen.
Kim
: Ja, maar ik sta niet helemaal alleen, gelukkig, en de regisseur weet ook wel waarmee je bezig bent. Je hebt ook de eerste regieassistent die de planning maakt, samen met hem of haar gaan wij dan productioneel ook input geven en zeggen: ‘kan je het niet zo of zo doen?’. Iedereen wil het maximum halen uit zijn of haar vakgebied, maar het is een proces waarbij iedereen wat water bij de wijn moet doet om zo tot een consensus te komen. En niet onbelangrijk: ik wil natuurlijk ook dat het een goede reeks wordt en dat in eerste instantie de regisseur en het productiehuis tevreden zijn.
Wannes: Ik ben ook niet het type regisseur dat denkt: ‘Kim is tegen ons’. Ik weet ook goed genoeg wat haar job is en wat zij moet doen. Ik heb ook altijd wel respect gehad, ik had het gevoel dat Kim zei ‘dat kan niet’, op momenten dat het ook echt niet kon.

Zijn er zo dingen die het niet gehaald hebben waarvan je nu zegt: verdorie, dat vind ik jammer?
Kim
: Een dode lama? Er waren zoveel grappige dingen die eruit zijn moeten gaan.
Wannes: Een camionette in de Ourthe.
Kim: We hebben toch wel veel ruzie gehad.
Wannes: We hebben toch nooit echt ruzie gehad?
Kim: Neenee, maar wel situaties waarbij ik zei: ‘dat gaat niet’ en dat je dan ziet (imiteert Wannes): grrrrr. (lacht)

(©️ Eva Vlonk)

Kim: Ah, het dorpsfeest. Wow, dat was het dieptepunt van de shoot.
Wannes: Ja, daar heb ik een crise gekregen. We hebben daar drie dagen gedraaid, het was er super heet, 40 graden, we moesten daar een feest neerpoten in een dorp, een heel tof dorp, maar je moet van nul beginnen: figuranten, alles moet ingericht zijn, er moeten kraampjes komen en je moet dat draaien in die drie dagen. De eerste dag was heel heftig, we hadden een scène met een massa mensen. Er gingen 100 figuranten zijn en dan kwamen er maar 30 opdagen.

Hoe komt dat?
Wannes
: Slecht geregeld. Maar wie krijgt de miserie op haar kop? Kim, want wij zien op dat moment: er zijn maar dertig figuranten.
Kim: En die 30 die opdaagden, waren bijna net dezelfde als op alle andere dagen. Oh God. Nee, serieus, ik kon niet ineens 70 mensen te voorschijn halen. Het is mijn verantwoordelijkheid, maar je kan dat niet alleen. Je hebt een bureau dat dat doet, maar soms loopt het mis. Dat was een van de belangrijkste draaidagen, de finale, en dan hoor je over de walkie ‘Kim wordt naar de set gevraagd’. En dan staat Wannes daar, ontredderd: ‘ik ga niet draaien’.
Wannes: Heb ik dat gezegd?
Kim: Ja, ‘ik ga niet draaien, Kim’.
Wannes: Ik heb zeker gezegd: ‘we kunnen niet draaien.’
Kim: Nee: ‘ik ga niet draaien’.
Wannes: Dat ik dat zo zou zeggen?
Kim: Dat was een erge dag, echt een erge dag.
Wannes: Ik was niet kwaad op u, ik was gewoon kwaad op de situatie.

Hoe los je dat dan op?
Wannes
: We hebben met andere lenzen gedraaid. Als je met korte lenzen draait, heb je een breed beeld, met langere lenzen zet je vooral scherp op gezichten en lijkt het alsof er veel volk is en zie je minder van de achtergrond. Nu valt dat niet echt op, we hebben ons gewoon moeten aanpassen met onze camera, wat lastig was omdat we beperkt waren in bewegingen. Eén van die draaidagen heeft echt geduurd tot drie uur ’s nachts of zo.
Kim: Het was net ook super heet, tot veertig graden en wij trachtten zoveel als mogelijk voor verkoeling te zorgen, maar dat was vechten tegen de bierkaai.

En jullie konden daar geen rekening mee houden?
Wannes
: Je kan niet zomaar schuiven met je draaidagen, dus als je weet: het gaat drie dagen regenen, probeer je naar een oplossing te zoeken. Maar de planning van de acteurs is al zo heftig als het er zo veel zijn, je bent afhankelijk van je locaties ...
 

(©️ Eva Vlonk)

Kim: Die heb ik nog nooit gezien.

Wat was je daar aan het doen?
Wannes
: Ik was gewoon een showtje aan het opvoeren voor mijn acteurs.
Kim: Af en toe moest hij toch ook de aandacht krijgen.
Wannes: Ik was gewoon onnozel aan het doen. Wat ik heel belangrijk vind is dat iedereen zich heel goed voelt op de set. Ik denk misschien vanuit mijn achtergrond van een groot gezin en het feit dat ik altijd in de Chiro gezeten heb, maar ik vind het echt wel leuk dat dat echt zo’n kampgevoel is, zeker met zo’n moeilijke thematiek. Wat je daar ziet is de eerste keer dat ze allemaal gewogen werden. Voor heel die bende was dat echt lastig want: die badjas moest uit. Dat sneed in hun vel. Marjan (De Schutter, Indina in de reeks) zei dat in een interview heel mooi: ‘ik ben ook mijn kostuum’. Meestal doe je een kostuum aan om iemand anders te worden, maar hier is dat lichaam dat kostuum. Ik weet nog dat er gezegd werd: ‘heel de crew moet dan ook in zijn onderbroek staan’. Maar, eens die scène voorbij was, was die spanning weg. Die hele ploeg stond niet te gniffelen, maar iedereen ging daar heel respectvol mee om. Ik denk dat ik, als kapitein van dat schip, dat in de eerste plaats moet sturen en daar met heel veel respect mee om moet gaan. En dat ik er ook met de acteurs de hele tijd hard om moet lachen, maar wel op de juiste manier, zodat het nooit kwetsend wordt voor hen.

Nooit conflicten gehad op de set?
Wannes
: Oh jawel, het is af en toe eens ontploft. We hadden daar een mooie locatie, een oud tennisveld dat wel moeilijk te bereiken was. We gebruikten dat voor de rolschaatsscène, maar het is die dag beginnen te regenen. We hadden nog wat gestileerde sportshots nodig, waar ze zo rondjes lopen, ganzenpas doen – dat zit ook in de trailer van Albatros. Ik had een beeld voor ogen van een leraar die je op zijn rug ziet en je ziet zijn leerlingen liggen. Hij fluit, ze staan recht, fluit opnieuw, ze liggen neer. Maar die acteurs liggen daar, ze zijn al kapot van die dag rolschaatsen, ze moeten opstaan en weer neerliggen en ze worden vuil en nat. Zij hadden het gevoel dat ze als zwijnen in de modder aan het rollen waren. Op het einde van draaidag was Benny Claessens echt razend. ik heb dan ook een lang bericht naar heel die acteursploeg gestuurd van ‘sorry, ik heb dat verkeerd ingeschat, ik had dat echt niet mogen doen’.

Hoe groot is de kans dat dat compleet misloopt? Dat ze niet meer voor jou willen werken?
Kim
: Jij had gewoon een heel goede band met hen hé.
Wannes: Dan is dat eventjes razernij. Maar door onze goede band had ik wel het gevoel dat ze heel ver wilden gaan voor mij en voor de reeks.

En hoe bereik je dat?
Kim
: jij was er gewoon heel hard mee betrokken, met iedereen, heel persoonlijk. Niet van: jij bent die mens die die rol speelt, maar je was er tot in detail mee bezig, hoe zij zich voelden, en zo krijg je die band. Ze hebben vertrouwen in jou, in dat scenario, dat verhaal, ze weten waar je naartoe wil.

Hoe zorg je dat het niet uitlachen wordt? Zwaarlijvigheid blijft een gevoelig thema.
Wannes
: door dat met respect te doen, door daar niet te veel over na te denken en gewoon mijn gevoel te volgen. Ik denk wel dat wij, ethisch gezien, ons werk doen met de reeks alleen al, door de kwetsbaarheid te tonen, door het genuanceerd te brengen, door het verhaal achter dat lichaam te laten zien. Wat we uiteindelijk willen zeggen, is: het doet er niet toe hoe je eruit ziet, als je je maar goed voelt in dat lichaam. En dat is eigenlijk het belangrijkste dat ik, zonder dat ik de grote moraalridder wil zijn, wil meegeven. En dat voel je ook aan alles. Je kan eigenlijk niets mooiers krijgen dan dat kijkers die zelf niet zwaarlijvig zijn, zeggen: ‘ik heb me herkend in dat personage’. Want uiteindelijk, al die problemen of trauma’s of worstelingen in dat lichaam zijn vrij universeel en hebben au fond niets te maken met dat lichaam. Dat lichaam is een uiting hoe iemand is omgegaan met die gevoelens, maar dat kon ook gewoon een kamp van mensen met een drankprobleem geweest zijn. Maar dat lijf is voor ons beeld toch zo schóón.